This means, that whereas it would be legitimate to process the passenger data
transmitted for the performance of border checks also for the purposes of allowing their use as evidence in proceedings aiming at the enforcement of the laws and regulations on entry and immigration, including their provisions on the protection of public policy (ordre p
ublic) and national security, any further processing in a way incompatible with those purposes would run counter to the principle set out in Article 6(1)(b) of Directive 9
...[+++]5/46/EC.
Dit houdt in dat het weliswaar legitiem is om ten behoeve van grenscontroles doorgegeven passagiersgegevens ook te gebruiken als bewijsmateriaal in procedures ter handhaving van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake binnenkomst en immigratie en van de daarin vervatte bepalingen over de bescherming van de openbare orde („ordre public”) en nationale veiligheid, maar dat iedere verdere verwerking van die gegevens voor andere dan deze doeleinden, ingaat tegen de beginselen in artikel 6, lid 1, onder b), van Richtlijn 95/46/EG.