26. Emphasises that a strategy for innovation, efficiency and new technology, including technology for sustainability
, together with new business models, creativity and advanced manufacturing has the potential to regenerate and modernise the EU’s industrial base, increasing its regional and global core competitiveness; believes that innovation needs to be promoted across the board, taking into consideration all stakeholders ranging from shop-floor and non-technical innovation
to high-tech RD in research labs; notes, in this context,
...[+++] the importance of involving employees pro-actively in the innovation process stimulating innovative companies that are leaders in economic, social and environmental terms; emphasises the need to create a propitious environment and considers it fundamental to ensure conditions under which businesses can operate and be competitive; considers it necessary to strengthen Europe’s knowledge base, reduce fragmentation by promoting excellence in science and education, create conditions for transforming good ideas into marketable products and increase access to funding by innovative businesses, creating an innovation-friendly environment and eliminating social and geographical inequalities by publicising throughout Europe the benefits of innovation; stresses, in this context, that particular account should be taken of the Commission’s annual report on innovation (‘Innovation Union Scoreboard 2013’), which shows how innovation affects the enhancement of lasting competitiveness and which provides a comparative assessment of the performance of the Member States with regard to research and innovation, and indicates the relative strengths and weaknesses of their research and innovation systems; 26. benadrukt dat een strategie voor innovatie, efficiëntie en nieuwe technologie, met inbegrip van technologie, in combinatie met nieuwe bedrijfsmodellen, creativiteit en geavanceerde productieproces
sen, de industriële basis van de EU kan doen herleven en moderniseren om zo haar regionale en wereldwijde concurrentievermogen te verhogen; is van mening dat innovatie over de hele linie, rekening houdend met alle belanghebbenden, moet worden bevorderd, van innovatie op de werkvloer en niet-technische innovatie tot hoogtechnologisch OO in onderzoekslaboratoria; merkt in dit verband op dat werknemers proactief bij het innovatieproces moeten
...[+++] worden betrokken om zo de ontwikkeling van innoverende bedrijven te stimuleren die in economisch, sociaal en ecologisch opzicht een leidende positie innemen; onderstreept dat het nodig is de juiste randvoorwaarden te creëren en is van oordeel dat het van fundamenteel belang is voorwaarden te creëren die bevorderlijk zijn voor het functioneren en het concurrentievermogen van ondernemingen; is van mening dat de kennisbasis van Europa moet worden versterkt, dat de versnippering moet worden tegengegaan door in de wetenschap en in het onderwijs uitmuntende prestaties te stimuleren, dat de voorwaarden moeten worden geschapen om goede ideeën om te zetten in verhandelbare producten en dat de toegankelijkheid van financiering voor innovatieve bedrijven moet worden verbeterd, zodat er een voor innovatie gunstige omgeving wordt gecreëerd en de sociale en geografische ongelijkheid wordt opgeheven door de verspreiding van de verworvenheden van innovatie over de gehele Europese ruimte; benadrukt dat in dit verband met name rekening moet worden gehouden met het jaarlijkse innovatieverslag van de Commissie ('Scorebord voor de Innovatie-Unie 2013'), dat laat zien op welke wijze innovaties van invloed zijn op de bevordering van het duurzame concurrentievermogen, een vergelijkende beoordeling van de prestaties inzake onderzoek en innovatie van de l ...