80. Recalls that the most likely error rate for payments in the financial year 2011 was estimated at 3,9 %, in the financial year 2010 at 3.7 % and in the financial year 2009 at 3.3 %; deplores this increase because it reverses the positive trend observed in the years 2007, 2008 and 2009; acknowledges, however, that the increased number of payments during the closing phase of programmes could be one reason for a rise in error rates;
80. herinnert eraan dat het meest waarschijnlijke foutenpercentage voor betalingen in het begrotingsjaar 2011 werd geraamd op 3,9 %, in 2010 op 3,7 % en in 2009 op 3,3 %; betreurt deze stijging omdat deze de positieve trend van 2007, 2008 en 2009 ongedaan maakt; erkent echter dat het toegenomen aantal betalingen tijdens de afsluitingsfase van de programma's één reden kan zijn van de stijging van de foutenpercentages;