The flexibility scheme allows the Original Equipment Manufacturers (OEM) to place on the market, during the period between two successive stages of exhaust emissions limit values, a limited number of non-road mobile machines which are fitted with engines that still comply with the exhaust emission limits of the previous stage. The flexibility scheme applies to compression ignition (diesel) engines used in construction, agricultural and forestry machinery, generator sets and pumps using constant speed engines, but not to locomotives, railcars and inland waterway vessels.
Deze regeling maakt het fabrikanten van originele uitrusting mogelijk in de periode tussen twee opeenvolgende fasen van grenswaarden voor uitlaatemissies een beperkt aantal niet voor de weg bestemde mobiele machines in de handel te brengen met motoren die nog voldoen aan de emissiegrenswaarden uit de vorige fase. De regeling geldt voor motoren met compressie-ontsteking (dieselmotoren) die in bouwwerktuigen en land- en de bosbouwmachines worden gebruikt, generatoraggregaten en motorpompen met constant toerental, maar niet voor locomotieven, motortreinstellen en binnenschepen.