The United Kingdom, Denmark and Sweden are highly industrialised, one might even say post-industrial, economies that do not have to carry out a process of nominal and real convergence, that have carried out many of the structural reforms needed to derive maximum benefit from belonging to a single currency, and in which the financial markets, investors and ratings agencies have great confidence.
In het geval van het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden hebben we het over in hoge mate geïndustrialiseerde landen - postindustriële landen zouden we zelfs kunnen zeggen - die geen nominaal en reëel convergentieproces hoeven te doorlopen, die al veel van de structurele hervormingen hebben doorgevoerd die nodig zijn om maximaal te kunnen profiteren van de deelname aan de gemeenschappelijke munt, en die groot vertrouwen genieten op de financiële markten, bij de beleggers, bij de ratingbureaus.