21. Emphasises that the provisions concerning the presidencies of Council of Ministers formations other than the Foreign Affairs Council leave the details to a subsequent decision, which should be carefully assessed, bearing in mind the requirement of coherence, efficiency and accountability and the need to address the problem of the presidency of the Council's preparatory bodies;
21. wijst erop dat de details met betrekking tot de bepalingen inzake de voorzitterschappen van de Raad van Ministers in andere formaties dan de Raad Buitenlandse Zaken later moeten worden ingevuld, hetgeen zorgvuldig moet worden bestudeerd, waarbij rekening moet worden gehouden met de vereiste coherentie, efficiency en verantwoordingsplicht en de noodzaak zich te buigen over het probleem van het voorzitterschap van voorbereidende organen van de Raad;