On a case by case basis, Member States would be allowed under the Directive to impose restrictions on Information Society services supplied from another Member State if necessary to protect the public interest on grounds of protection of minors, the fight against hatred on grounds of race, sex, religion or nationality, including offences to human dignity concerning individual persons, public health or security and consumer protection including the protection of investors.
In afzonderlijke gevallen kunnen de lidstaten volgens de richtlijn beperkingen opleggen aan diensten van de informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat worden verleend, indien dit nodig is om het algemeen belang te beschermen: bescherming van minderjarigen, bestrijding van het aanzetten tot haat om redenen van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit, inclusief aantastingen van de menselijke waardigheid van individuen, bescherming van de volksgezondheid, openbare veiligheid en de consument, met inbegrip van de bescherming van investeerders.