2. If, in a particular application for type approval for an on‑board sewage treatment plant type, the competent authority finds that the application submitted with regard to the presented plant prototype is not representative of the characteristics of this type of on‑board sewage treatment plant as described in Appendix VI, Part II, Addendum I another, if necessary additional, prototype, to be designated by the competent authority, shall be supplied for approval in accordance with paragraph 1.
2. Indien de bevoegde instantie in het kader van een aanvraag van een typegoedkeuring van een boordzuiveringsinstallatie vaststelt dat de ingediende aanvraag met betrekking tot het beschikbaar gestelde prototype van de boordzuiveringsinstallatie niet representatief is voor de in aanhangsel VI, deel II, addendum beschreven kenmerken van dit boordzuiveringsinstallatietype, moet een ander, en eventueel een extra, prototype, dat door de bevoegde instantie wordt aangewezen, ter beschikking worden gesteld ten behoeve van de in lid 1 bedoelde typegoedkeuring.