Member States should encourage and work closely with civil society organisations, including recognised and active non-governmental organisations working with victims of crime, in particular in policymaking initiatives, information and awareness-raising campaigns, research and education programmes and in training, as well as in monitoring and evaluating the impact of measures to support and protect victims of crime.
De lidstaten moeten organisaties uit het maatschappelijk middenveld, onder meer erkende en actieve niet-gouvernementele organisaties die werken met slachtoffers van strafbare feiten, stimuleren en nauw met hen samenwerken, in het bijzonder in het kader van beleidsinitiatieven, voorlichtings- en bewustmakingscampagnes, onderzoeks- en onderwijsprogramma's en opleiding, alsook bij het toezien op en evalueren van de effecten van maatregelen ter ondersteuning en bescherming van slachtoffers van strafbare feiten.