12. Stresses the importance of providing appropriate protection for primary and secondary victims of organised crime, court witnesses, informers, whist
leblowers and their families; in this regard welcomes the Commission's proposal for a directive establishing minimum standards for the rights, support and protection of victims of crime but calls for EU legislation covering also court witnesses, informers, whistleblowers and their families; calls for all types of victim to be treated equally (in particular the victims of organised crime and of terrorism and those injured in the course of their duties) and for the protection of court witn
...[+++]esses, informers, whistleblowers and their families to be extended over and beyond the duration of the court proceedings; stresses that minors need special attention, treatment, protection, assistance and guidance when they are victims of organised crime; calls on the Commission to set out clear guidelines for assisting court witnesses, informers, whistleblowers and their families, according them European transnational legal status and extending any protection granted to them within the Member States, if so requested by the Member State of origin of the informers, witnesses or whistleblowers; proposes establishing a European fund to protect and assist victims of organised crime and court witnesses, including via support for nongovernmental anti-mafia and anti-racketeering associations recognised by Member States; welcomes the adoption by some Member States of legislative provisions designed to improve the protection of witness and informers in cases related to organised crime (e.g. by allowing the use of remote court hearings); 12. benadrukt hoe belangrijk het is primaire en secundaire slachtoffers van georganiseerde criminaliteit, getuigen, informanten, klokkenluiders en hun familieleden voldoende bescherming te bieden; is in dit verband ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een richtlijn die minimumnormen vastlegt inzake de rechten van, steun aan en bescherming van slachtoffers van criminaliteit, verlangt echter tevens dat EU-wetgeving ook getuigen, informanten, klokkenluiders en hun familieleden bestrijkt; vraagt om gelijke behandeling van alle typen slachtoffers (in het bijzonder slachtoffers van georganiseerde criminaliteit en terrorisme en slachtoffers die geschaad zijn bij de vervulling van hun taken), en vraagt om maatregelen ter uitbreiding v
...[+++]an de bescherming van getuigen, informanten en hun familieleden tot na de procesgang; benadrukt dat minderjarige slachtoffers van georganiseerde criminaliteit speciale aandacht, behandeling, bescherming, hulp en begeleiding nodig hebben; verzoekt de Commissie duidelijke richtsnoeren op te stellen ten gunste van getuigen, informanten, klokkenluiders en hun familieleden, waarbij hun een grensoverschrijdende Europese rechtsstatus toegekend wordt en de bescherming die deze personen eventueel genieten in de lidstaten wordt uitgebreid indien het land van herkomst van de informant of de getuige hierom verzoekt; stelt voor een Europees fonds op te richten ter bescherming en ondersteuning van de slachtoffers van georganiseerde criminaliteit en getuigen, en daarbij de door de lidstaten erkende ngo's te steunen die strijden tegen de maffia en afpersing; is ermee ingenomen dat enkele lidstaten wetgeving hebben aangenomen ter verbetering van de bescherming van getuigen en informanten bij zaken die verband houden met georganiseerde criminaliteit (door bijvoorbeeld „verhoor op afstand” mogelijk te maken);