If it is not possible, for vehicles with permanent all-wheel drive or in the condition when the all-wheel drive is connected during braking, to carry out the mathematical verification pursuant to point 3.1.5.1, the manufacturer may instead verify by means of a wheel lock sequence test that, for all braking rates between 0,15 and 0,8, lockup of the front wheels occurs either simultaneously with or before the lockup of the rear wheels.
Als het voor voertuigen met permanente aandrijving van alle wielen of met ingeschakelde aandrijving van alle wielen tijdens het remmen niet mogelijk is de mathematische verificatie volgens punt 3.1.5.1 uit te voeren, kan de fabrikant in plaats daarvan via een test op de volgorde van blokkering van de wielen verifiëren dat, voor alle vertragingsfactoren tussen 0,15 en 0,8, de voorwielen tegelijk met of eerder dan de achterwielen blokkeren.