Council Directive 93/96/EEC of 29 October 1993 on the right of residence for students(5) obliges Member States to recognise the right of residence for any student who is a national of another Member State and who has been accepted on a vocational training course, and for the student's spouse and their dependent children who do not enjoy this right under other provisions of Community law.
De lidstaten zijn krachtens Richtlijn 93/96/EEG van de Raad van 29 oktober 1993, inzake het verblijfsrecht voor studenten(5), verplicht het verblijfsrecht toe te kennen aan iedere tot een beroepsopleiding toegelaten student die onderdaan is van een lidstaat, alsmede aan diens echtgenoot en hun ten laste komende kinderen, voor zover zij dit recht niet bezitten op grond van een andere bepaling van het Gemeenschapsrecht.