2. For the purpose of implementation of the budget, internal control is defined as a process applicable at all levels in the chain of control and designed to provide reasonable assurance on the achievement of the following objectives: (a) effectiveness and efficiency of operations, (b) reliability of financial reporting, (c) safeguarding of assets and information, and prevention and detection of fraud and irregularities, (d) adequate management of the risks related to the legality and regularity of the underlying transactions".
2. Ten behoeve van de uitvoering van de begroting wordt onder interne controle verstaan een proces dat betrekking heeft op alle niveaus van de bestuursketen en bedoeld is om een redelijke zekerheid te verschaffen over de mate waarin de volgende doelstellingen zijn gerealiseerd: (a) doeltreffendheid en efficiëntie van de activiteiten, (b) betrouwbaarheid van de financiële verslaglegging, (c) de bescherming van vermogensbestanddelen en informatie en de voorkoming en opsporing van fraude en onregelmatigheden, (d) een afdoende beheersing van de risico's in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen".