6. Member States may decide time periods and deadlines for the schedule for capacity allocation which are different from those referred to in Article 43(2), point 2(b) of Annex VI and points 3, 4 and 5 of Annex VII if the establishment of international train paths in cooperation with infrastructure managers of third countries on a network whose track gauge is different from the main rail network within the Union has a significant impact on the schedule for capacity allocation in general.
6. De lidstaten kunnen voor het tijdschema voor de capaciteitstoewijzing andere periodes en termijnen dan die welke worden genoemd in artikel 43, lid 2, in bijlage VI, punt 2, onder b), en in bijlage VII, punten 3, 4 en 5, vaststellen indien de vaststelling van internationale treinpaden in samenwerking met de infrastructuurbeheerders van derde landen op een net waarvan de spoorwijdte verschillend is van die van het hoofdspoorwegnet in de Unie aanzienlijke gevolgen heeft voor de capaciteitstoewijzing in het algemeen.