3.1.1.1. be able to support the vehicle in such a way as to provide its lateral stability whether the vehicle is on a horizontal supporting surface or on a slope in order to prevent its leaning further too easily (and in so doing does not rotate about the point of support provided by the prop stand) or is moved too easily into a vertical position and beyond (and in so doing does not swing over to the side opposite the prop stand);
3.1.1.1. het voertuig op zodanige wijze te ondersteunen dat gezorgd wordt voor stabiliteit in de dwarsrichting, wanneer het voertuig op een horizontaal steunvlak of op een helling staat en wordt voorkomen dat het te gemakkelijk overhelt (en dientengevolge om het door de zijstandaard gevormde steunpunt kantelt) of te gemakkelijk de verticale stand aanneemt en verder gaat (waardoor het voertuig naar de tegenovergestelde kant van de standaard omvalt);