6.1. The space for mounting the plate must be visible within a space bordered by two dihedrals: one with a horizontal edge defined by two planes passing through the upper and lower horizontal edges of the space for mounting the plate, the angles of which in relation to the horizontal are shown in Figure 1; the other with a perceptibly vertical edge defined by two planes passing through each side of the plate, the angles of which in relation to the median longitudinal plane of the vehicle are shown in Figure 2.
6.1. De plaats voor de montage van de kentekenplaat moet zichtbaar zijn binnen een ruimte die wordt begrensd door twee tweevlakshoeken: één met een horizontale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de boven- en onderrand van de plaats voor de montage van de plaat gaan en onder de in figuur 1 aangegeven hoeken ten opzichte van de horizontaal staan; de andere met een vrijwel verticale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de zijranden van de plaat gaan en die onder de in figuur 2 aangegeven hoeken ten opzichte van het middenlangsvlak staan.