15. Believes that the gradual elimination of discards should be fishery-based and depend on the characteristics and realities of the diffe
rent modalities and fisheries, bearing in mind that it is easier
to achieve in some single-species fisheries and that it presents some challenges for mixed fisheries that need to be overcome; stresses that consideration should be given to producers’ and fishermen’s organisations, which should be actively involved; stresses that the elimination of discards should be accompanied by technical measure
...[+++]s to reduce or eliminate unwanted by-catch and incentives to encourage selective fishing practices; believes that priority should go to avoiding unwanted catches in the first place, rather than managing them; is concerned, in this connection, about the emergence of a parallel discards market which would constitute a danger for the ecosystem and the European fishing sector; emphasises that adequate safeguards should therefore be provided; also stresses the need for stakeholder involvement and for careful design of the landing obligation and the subsequent treatment thereof, in order to avoid a shift from unwanted fish in the sea to unwanted fish on land; 15. is van mening dat de geleidelijke afschaffing van teruggooi verbonden moet zijn aan visgronden en moet afhangen van de kenmerken en omstandigheden v
an de verschillende visserijmethodes en visserijtakken, rekening houdend met het feit dat deze afschaffing gemakkelijker te bereiken is in bepaalde specifieke visserijtakken dan in de gemengde visserij, waar nog een oplossing moet worden gevonden voor een aantal problemen; benadrukt dat er aandacht moet worden besteed aan producenten- en vissersorganisaties en dat de actieve betrokkenheid van deze organisaties noodzakelijk is; benadrukt dat de afschaffing van teruggooi moet vergezeld ga
...[+++]an van technische maatregelen om ongewenste bijvangsten te beperken of te voorkomen en van stimulansen om selectieve visserijpraktijken aan te moedigen; meent dat de prioriteit in de eerste plaats altijd moet uitgaan naar het vermijden van ongewenste vangsten, veeleer dan naar manieren om deze vangsten te beheersen; toont zich in dit verband bezorgd over de opkomst van een parallelle markt voor teruggooi die een gevaar kan vormen voor de ecosystemen en de Europese visserijsector; benadrukt dat er daarom voor gepaste waarborgen moet worden gezorgd; wijst eveneens op de noodzaak van betrokkenheid van de belanghebbenden en een zorgvuldig ontwerp van de aanlandverplichting en de verdere behandeling, om een verschuiving van ongewenste vis in zee naar ongewenste vis op het land te vermijden;