5. Considers that the main focus of the EU’s resilience approach must be the most vulnerable, poorest and most marginalised populations, who have high exposure to risks, notably natural disasters, and little protection against such shocks, including slow-onset events; emphasises that a long-term resilience approach needs to target the root causes of risk vulnerability and to significantly reduce underlying risk factors;
5. is van mening dat de EU-aanpak inzake weerbaarheid hoofdzakelijk moet worden toegespitst op de kwetsbaarste, armste en meest achtergestelde bevolkingsgroepen, die sterk worden blootgesteld aan risico's, en met name het risico op natuurrampen, en slecht beschermd zijn tegen zulke schokken, ook die welke worden veroorzaakt door verschijnselen die zich traag ontwikkelen; benadrukt dat een langetermijnaanpak inzake weerbaarheid de diepere oorzaken van de kwetsbaarheid voor risico's moet aanpakken en de onderliggende risicofactoren aanzienlijk moet beperken;