In the absence of specific requirements in UNECE regulation No 28 and as provided in point 1.3 of Part 1, audible warning or additional devices installed on vehicles which are propelled by means of one or more electric motors may incorporate a feature enabling the device to be intermittently activated in such a way that it operates at a significantly lower sound pressure level than required for audible warning devices, emitting a continuous, uniform sound with a sound spectrum that does not vary perceptibly during operation, with the aim to for instance alert pedestrians about the vehicle approaching.
Bij gebrek aan specifieke voorschriften in VN/ECE-Reglement nr. 28 en zoals voorzien in punt 1.3 van deel 1 mogen geluidssignaalinrichtingen en aanvullende inrichtingen die geïnstalleerd zijn op voertuigen die worden aangedreven door middel van één of meer elektrische motoren worden uitgerust met een voorziening die met tussenpozen op zodanige wijze in werking kan worden gesteld dat de inrichting met een aanzienlijk lager geluidsdrukniveau werkt dan het niveau dat is vereist voor geluidssignaalinrichtingen. Deze inrichtingen moeten een vaste en gelijkmatige toon voort
brengen waarvan het geluidsspectrum tijdens de werking niet merkbaar va
...[+++]rieert om voetgangers aldus te waarschuwen over de nadering van het voertuig.