(a)state the grounds for the reasonable doubt as to the fulfilment of the binding undertakings made by the GSP+ beneficiary country as referred to in points (d), (e) and (f) of Article 9(1), or as to the existence of a reservation which is prohibited by any of the relevant conventions or which is incompatible with the object and purpose of that convention as established in point (c) of Article 9(1), which may call into question its right to continue to enjoy the tariff preferences provided under the special incentive arrangement for sustainable development and good governance; and
a)vermeldt de redenen voor de gerechtvaardigde twijfel met betrekking tot de nakoming van de door het SAP + begunstigde land aangegane verbintenissen als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder d), e) en f), of met betrekking tot het bestaan van een voorbehoud in de zin van artikel 9, lid 1, onder c), dat door het desbetreffende verdrag wordt verboden of onverenigbaar is met het voorwerp en het doel van dat verdrag, waardoor afbreuk kan worden gedaan aan het recht van dat land om verder de in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur toegekende handelspreferenties te genieten; en