1.3.4. The end of clutch and brake levers mounted on the steering control shall be perceptibly spherical and have a radius of curvature of at least 7,0 mm.
1.3.4. Het uiteinde van de koppelingshendel en de remhendels die op de stuurinrichting zijn gemonteerd, moeten zichtbaar zijn afgerond en een kromtestraal van ten minste 7,0 mm hebben.