If it is of type 1, 2 or 3 the protective device must be designed in such a way that the steering can only be locked at an angle of at least 20° to the left and/or right in relation to the straight-ahead position, with the exception of devices designed to be fitted to tricycles and quadricycles".
Beveiligingsinrichtingen van type 1, 2 of 3 moeten zodanig zijn ontworpen dat de stuurinrichting slechts onder een hoek van ten minste 20° naar links en/of rechts ten opzichte van de rechtuitstand kan worden vergrendeld, met uitzondering van inrichtingen die bestemd zijn om te worden gemonteerd op drie- en vierwielers".