adjusting the suction blower (SB) to a constant mass flow of the diluted exhaust and controlling the flow of the pressure blower PB, and therefore the exhaust sample flow in a region at the end of the transfer tube (TT) (Figure 5).
de aanzuigaanjager (SB) zodanig af te stellen dat een constante massastroom van verdund uitlaatgas wordt verkregen, en de bemonsterde uitlaatgasstroom aan het eind van de verbindingsleiding (TT) te regelen door afstelling van het debiet van de drukaanjager PB (figuur 5).