5. The terminal managing body of a terminal designated by a Member State in accordance with Article 14(1) shall, taking account of local conditions and without prejudice to the powers of other entities regarding areas located outside the terminal premises, designate points of arrival and departure within the terminal or at points under the direct control of the terminal managing body, both inside and outside the terminal building, at which disabled persons or persons with reduced mobility can announce their arrival and request assistance.
5. De terminalbeheerder van een terminal die door een lidstaat is aangewezen overeenkomstig artikel 14, lid 1, wijst, rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden en onverminderd de bevoegdheden van andere instanties met betrekking tot de omgeving van de terminal, aankomst- en vertrekplaatsen aan binnen de terminal of op plaatsen, zowel binnen als buiten het terminalgebouw, waarvoor hij rechtstreeks bevoegd is, waar gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit zich kunnen aanmelden en bijstand kunnen aanvragen.