At the maximum required material temperature, in accordance with section 2.7.5.1., after sufficient conditioning time at this temperature to ensure thermal stability and at 0,02 times nominal working pressure and 1,25 times nominal working pressure, except for components with a required material temperature of 120 °C where the higher test pressure shall be 1,37 times nominal working pressure.
bij de maximaal vereiste materiaaltemperatuur overeenkomstig punt 2.7.5.1, na voldoende conditioneringstijd bij deze temperatuur om de thermische stabiliteit te garanderen, en bij 0,02 maal de nominale werkdruk en bij 1,25 maal de nominale werkdruk, behalve voor onderdelen met een vereiste materiaalemperatuur van + 120 °C, waarbij de hoogste testdruk 1,37 maal de nominale werkdruk moet bedragen.