By way of derogation from Article 10(2)(a), the preliminary annual number of emission allowances allocated free of charge for a product benchmark sub-installation relating to the production of high value chemicals (hereinafter ‘HVC’) shall correspond to the value of the steam cracking product benchmark referred to in Annex I multiplied by the historical activity level determined in accordance with Annex III and multiplied by the quotient of the total direct emissions including emissions from net imported heat over the baseline period referred to in Article 9(1) of this De
cision expressed as tonnes of carbon dioxide ...[+++] equivalent and the sum of these total direct emissions and the relevant indirect emissions over the baseline period referred to in Article 9(1) of this Decision calculated in accordance with Article 14(2) To the result of this calculation, 1,78 tonnes of
carbon dioxide per ton of hydrogen times the median historical production of hydrogen from supplemental feed expressed in tons of hydrogen, 0,24 tonnes of
carbon dioxide per ton of ethylene times the median historical production of ethylene from supplemental feed expressed in tons of ethylene and 0,16 tonnes of
carbon dioxide per ton of HVC times the median historical production of other high value chemicals than hydrogen and ethylene from supplemental feed expressed in tons of HVC shall be added.
Bij wijze van afwijking van artikel 10, lid 2, onder a), is het voorlopige jaarlijkse aantal kosteloos toegewezen emissierechten voor een productbenchmark-subinstallatie met betrekking tot de productie van hoogwaardige chemicaliën (hierna „HVC’s” genoemd) gelijk aan de waarde van de productbenchmark voor stoomkraken bedoeld in bijlage I, vermenigvuldigd met het historische activiteitsniveau als bepaald overeenkomstig bijlage III en vermenigvuldigd met
het quotiënt van de totale directe emissies met inbegrip van emissies van netto ingevoerde warmte tijdens de referentieperiode bedoeld in artikel 9, lid 1
, uitgedrukt in ton ...[+++]kooldioxide-equivalent, en de som van deze totale directe emissies en de relevante indirecte emissies tijdens de referentieperiode bedoeld in artikel 9, lid 1, berekend overeenkomstig artikel 14, lid 2. Bij het resultaat van deze berekening wordt 1,78 t kooldioxide per ton waterstof, vermenigvuldigd met de mediane historische productie van waterstof uit extra materiaalinput uitgedrukt in ton waterstof, 0,24 t kooldioxide per ton ethyleen, vermenigvuldigd met de mediane historische productie van ethyleen uit extra materiaalinput uitgedrukt in ton ethyleen, en 0,16 t kooldioxide per ton HVC, vermenigvuldigd met de mediane historische productie van andere HVC’s dan waterstof en ethyleen uit extra materiaalinput uitgedrukt in ton HVC’s, opgeteld.