If third-country nationals can prove that they are in receipt of resources throughout the period of their stay in the Member State concerned that derive from a grant, a fellowship or a scholarship, a valid work contract, a binding job offer or a financial undertaking by a pupil exchange scheme organisation, an entity hosting trainees, a voluntary service scheme organisation, a host family or an organisation mediating au pairs, Member States should take such resources into account in assessing the availability of sufficient resources.
Indien onderdanen van een derde land kunnen aantonen dat zij gedurende hun verblijf in de betrokken lidstaat middelen ontvangen die voortvloeien uit een subsidie, toelage of beurs, een geldige arbeidsovereenkomst, een bindend werkaanbod, dan wel dat zij financiële ondersteuning genieten van een organisatie voor scholierenuitwisseling, een entiteit die stagiairs ontvangt, een organisatie voor vrijwilligerswerk, een gastgezin of een au-pairbemiddelingsbureau, dienen de lidstaten deze middelen in aanmerking te nemen bij het beoordelen van de vraag of er voldoende middelen beschikbaar zijn.