The case concerns an almost worldwide cartel in the markets for s
ubmarine (‘SM’) and underground (‘UG’) power cables, involving the following undertakings: Nexans (2); Prysmian and its former parents, Pirelli and Goldman Sachs (3); JPS and its joint-venture parents, Hitachi and Sumitomo (4); Viscas and its joint-venture parents, Furukawa and Fujikura (5); ABB (6); Brugg (7); Silec, its current parent, General Cable and its predecessor and former parent, Safran (8); EXSYM and its joint venture parents, Showa and Mitsubishi (9); LS Cable (10); Taihan (11); and NKT (12) (together the ‘addressees of the decisio
...[+++]n’).De zaak betreft een nagenoeg wereldwijd kartel op de markten
voor onderzeese en ondergrondse stroomkabels, waarbij de volgende ondernemingen betrokken zijn: Nexans (2); Prysmian en haar vroegere moedermaatschappijen, Pirelli en Goldman Sachs (3); JPS en haar moedermaatschappijen in de gemeenschappelijke onderneming, Hitachi en Sumitomo (4); Viscas en haar moedermaatschappijen in de gemeenschappelijke onderneming, Furukawa en Fujikura (5); ABB (6); Brugg (7); Silec, haar huidige moederma
atschappij, General Cable, en haar voorgangst ...[+++]er en vroegere moedermaatschappij, Safran (8); EXSYM en haar moedermaatschappijen van de gemeenschappelijke onderneming, Showa en Mitsubishi (9); LS Cable (10); Taihan (11); en NKT (12) (samen „de adressaten van het besluit”).