4. Stresses that the developing countries do not
form a homogeneous unit from an agricultural point of view but are made up of net food exporting countries which benefit directly from a general liberalisation of trade, net importing countries whose marginalisation is being increased by the fall in prices caused by a gradual deregulation of agricultural markets and by their debt burden and, lastly, net importing countries specialising in
the export of a few products, which are subject to fluctuations in world prices and a steady erosio
...[+++]n of their trade preferences; 4. onderstreept dat de ontwi
kkelingslanden geen homogeen agrarisch geheel vormen, maar dat deze groep van landen samengesteld is uit netto-exporteurs van levensmiddelen, die rechtstreeks profiteren van de algemene liberalisering van de handel, netto-importeurs van levensmiddelen, waarvan de marginalisering nog wordt verergerd door de daling van de prijzen als gevolg van een geleidelijke deregulering van de landbouw en de schuldenlast, en tot slot netto-importeurs van levensmiddelen gespecialiseerd in d
e export van enkele producten, die onderhevig zij ...[+++]n aan de schommelingen van de wereldmarktprijzen en de geleidelijke uitholling van hun handelspreferenties;