20. Instructs its Bureau to adopt the modifications it deems appropriate to eliminate unnecessary rigidities in its own promotions policy, while reinforcing the principle of merit-based promotion; recalls that the loss of human resources as a result of compulsory mobility needs to be addressed systematically; as regards performance assessment, reiterates its wish for increased training of assessors and for the possibility of assessing the assessors too;
20. gelast zijn Bureau zijn goedkeuring te hechten aan de wijzigingen die het nodig acht om overbodige starre regels in zijn bevorderingsbeleid op te heffen en tegelijk meer nadruk te leggen op het principe van bevordering op basis van merites; wijst er nogmaals op dat het verlies van ervaren personeel ten gevolge van de verplichte mobiliteit systematisch aangepakt moet worden; herhaalt zijn wens, in verband met de beoordeling van de prestaties, dat er meer moet worden gedaan aan scholing voor beoordelaars en dat ook de mogelijkheid moet worden geschapen om de beoordelaars te beoordelen;