5. Member States shall ensure that national members are informed of the setting up of a joint investigation team, whether it is set up under Article 13 of the Convention on Mutual Assistance in Criminal Matters between the Member States of the European Union or under Framework Decision 2002/465/JHA, and of the results of the work of such teams.
5. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale leden op de hoogte worden gebracht van het instellen van een gemeenschappelijk onderzoeksteam, ongeacht of dat team wordt ingesteld krachtens artikel 13 van de Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie dan wel krachtens Kaderbesluit 2002/465/JBZ van de Raad, alsmede van de resultaten van een dergelijk team.