Alors que le premier s’accompagne d’une accélération du rythme cardiaque et d’une tension artérielle plus élevée afin d’expulser une plus grande quantité de sang et d’oxygène vers les muscles, le second voit un ralentissement de la fréquence cardiaque afin de revenir à un état ‘normal’, plus stable et harmonieux.
Terwijl het eerste gepaard gaat met een versnelling van het hartritme en een hogere arteriële bloeddruk om een grotere hoeveelheid bloed en zuurstof naar de spieren te stuwen, stuurt het tweede een vertraging van de hartfrequentie om terug te keren naar een 'normale', stabielere en harmonieuzere toestand.