Vertaling van "Autres affections inflammatoires pelviennes de la femme " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Autres affections inflammatoires pelviennes de la femme
overige ontstekingsprocessen in vrouwelijk bekken

Affections inflammatoires pelviennes de la femme, au cours d'autres maladies classées ailleurs
ontstekingsprocessen in vrouwelijk bekken bij elders geclassificeerde overige ziekten

Autres affections inflammatoires pelviennes précisées de la femme
overige gespecificeerde ontstekingsprocessen in vrouwelijk bekken

Affection inflammatoire pelvienne à Chlamydia, de la femme (A56.1+)
ontstekingsproces in vrouwelijk bekken door Chlamydia (A56.1)

Affection inflammatoire pelvienne gonococcique de la femme (A54.2+)
ontstekingsproces in vrouwelijk bekken door gonokokken (A54.2)

Affection inflammatoire pelvienne tuberculeuse de la femme (A18.1+)
tuberculeus ontstekingsproces in vrouwelijk bekken (A18.1)

Affection inflammatoire pelvienne syphilitique de la femme (A51.4+, A52.7+)
ontstekingsproces in vrouwelijk bekken bij syfilis (A51.4, A52.7)

Affection inflammatoire pelvienne de la femme
ontstekingsprocessen in vrouwelijk bekken

Affections inflammatoires pelviennes de la femme, au cours de maladies classées ailleurs
ontstekingsprocessen in vrouwelijk bekken bij elders geclassificeerde ziekten

maladie inflammatoire pelvienne chez une femme
bekkenontsteking bij vrouw

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

- Infections pelviennes et gynécologiques telles que la MIP (maladie inflammatoire pelvienne), l’endométrite, les infections périvaginales, les abcès tubo-ovariens, la salpingite, les cellulites pelviennes, lorsqu’on administre simultanément un autre antibiotique ayant une bonne activité contre les bactéries aérobies gram négatives.
- Infecties van het bekken en de vrouwelijke geslachtsorganen, zoals PID, endometritis, perivaginale infecties, abcessen in de eileiders/eierstokken, salpingitis, cellulitis van het bekken, wanneer tegelijkertijd een ander antibioticum met een goede werking tegen aerobe gram-negatieve bacteriën wordt toegediend.

Le traitement de certaines infections (par ex. maladie inflammatoire pelvienne, infections intraabdominales, infections chez les patients neutropéniques et infections des os et des articulations) peut nécessiter l’administration concomitante d’autres agents antibactériens appropriés, en fonction des pathogènes impliqués.
Bij de behandeling van sommige infecties (bijv. PID (pelvic inflammatory disease), intra-abdominale infecties, infecties bij neutropenische patiënten en infecties van beenderen en gewrichten) kan de gelijktijdige toediening van andere aangepaste antibacteriële middelen nodig zijn afhankelijk van de betrokken pathogenen.

Le traitement de certaines infections (p. ex. maladies inflammatoires pelviennes, infections intraabdominales, infections chez les patients neutropéniques et infections ostéoarticulaires) peut nécessiter l’administration concomitante d’autres agents antibactériens appropriés en fonction du/des pathogène(s) concerné(s).
Bij de behandeling van bepaalde infecties (bijv. pelviperitonitis, intra-abdominale infecties, infecties bij neutropenische patiënten en infecties van beenderen en gewrichten) kan gelijktijdige toediening met andere geschikte antibacteriële middelen vereist zijn afhankelijk van de betrokken pathogenen.

Les inhibiteurs du TNF adalimumab (Humira®), étanercept (Enbrel®) et infliximab (Remicade®) sont utilisés dans diverses affections inflammatoires chroniques (entre autres la polyarthrite rhumatoïde).
De TNF-remmers adalimumab (Humira®), etanercept (Enbrel®) en infliximab (Remicade®) worden gebruikt bij verschillende chronische inflammatoire aandoeningen (o.a. reumatoïde artritis).

Elle a eu un effet bénéfique sur de nombreuses affections inflammatoires intraoculaires et des études cliniques ont montré que la fluorométholone avait moins tendance à augmenter la tension intraoculaire que les autres corticostéroïdes.
Het werd met succes gebruikt bij een groot aantal intraoculaire inflammatoire aandoeningen en klinische studies hebben aangetoond dat fluorometholone minder tendens tot een verhoging van de intraoculaire druk vertoont dan andere corticosteroïden.

Les autres maladies qui ont une incidence sur la circulation sanguine sont le diabète sucré, le lupus érythémateux disséminé, le syndrome hémolytique et urémique, les affections inflammatoires chroniques de l’intestin (maladie de Crohn et rectocolite hémorragique) et la drépanocytose.
Andere aandoeningen die de bloedcirculatie beïnvloeden zijn diabetes mellitus, systemische lupus erythematosus, hemolytisch uremie syndroom, chronische inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn en ulceratieve colitis) en sikkelcelanemie. Bij overweging van de baten/risico verhouding moet men onthouden dat de juiste behandeling van de bovengenoemde aandoeningen het risico op trombose kunnen verminderen.

- Affections inflammatoires chroniques du système locomoteur : de manière générale deux prises par jour, l'une le matin, l'autre le soir, dont l'importance est à moduler en fonction des symptômes prédominants, par exemple les douleurs nocturnes ou l'ankylose matinale.
- Chronische inflammatoire aandoeningen van het bewegingsapparaat: doorgaans 2 innamen daags, 1 maal 's morgens en 1 maal 's avonds, afhankelijk van de belangrijkste symptomen, bijvoorbeeld nachtelijke pijn of ochtendstijfheid.

ATC Groupe thérapeutique principal Femmes Hommes 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + L03 IMMUNOSTIMULANTS 0,0 0,8 1,1 0,3 0,0 0,0 0,4 0,7 0,5 0,1 L04 IMMUNOSUPPRESSEURS 0,2 1,1 2,1 2,0 0,5 0,2 1,3 2,5 2,7 0,6 M01 ANTI-INFLAMMATOIRES ET ANTIRHUMATISMAUX 6,9 28,2 53,3 101,0 93,2 5,4 23,7 39,4 65,7 65,2 M03 MYORELAXANTS 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,6 1,0 1,4 0,9 M04 ANTIGOUTTEUX 0,0 0,2 2,8 12,8 17,7 0,0 1,4 15,7 39,0 34,7 M05 MEDICAMENTS POUR LE TRAITEMENT DES MALADIES OSSEUSES 0,0 0,1 7,7 50,7 42,2 0,0 0,1 1,0 4,1 4,7 M09 SYSTEME MUSCULAIRE ET SQUELETTIQUE, AUTRES PREPARATIONS 0,1 0,7 1,6 1,4 0,6 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHESIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGESIQUES 0,2 3,3 13,3 29,7 43,2 0,1 2,9 10,8 19,1 21,8 N03 ANTIEPILEPTIQUES 2,2 6,1 9,2 9,0 7,9 2,6 7,7 10,7 10,8 9,5 N04 ANTIPARKINSONIENS 0,0 0,5 1,9 12,8 26,4 0,1 0,9 2,8 15,9 26,8 N05 PSYCHOLEPTIQUES 0,5 5,3 13,4 15,0 24,8 1,4 8,6 13,0 11,0 15,4 N06 PSYCHOANALEPTIQUES 3,0 40,3 94,7 120,6 176,2 1,8 20,1 44,1 58,2 97,5 N07 AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 0,1 1,8 7,7 26,0 49,9 0,1 1,0 4,0 13,6 31,8 P01 ANTIPROTOZOAIRES 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTIHELMINTIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 PREPARATIONS POUR LE TRAITEMENT DES AFFECTIONS NASALES 6,3 10,0 12,5 13,7 10,2 7,3 8,0 10,8 16,1 13,0 R03 PREPARATIONS POUR LES AFFECTIONS RESPIRATOIRES OBSTRUCTIVES 20,3 19,6 43,1 84,0 88,2 28,2 17,9 44,8 163,9 192,0 R05 ANTITUSSIFS ET PREPARATIONS CONTRE LES REFROIDISSEMENTS 1,6 3,8 7,7 16,0 26,6 1,6 3,0 7,5 32,4 55,4 R06 ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 10,4 14,8 20,6 25,0 35,6 12,0 9,6 11,6 17,0 26,4 R07 AUTRES PREPARATIONS POUR LE SYSTEME RESPIRATOIRE 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 S01 PREPARATIONS OPHTALMIQUES 3,3 3,2 10,9 50,7 86,2 3,5 3,0 10,0 44,3 80,1 S02 PREPARATIONS A USAGE AURICULAIRE 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 PREPARATIONS A USAGE OPHTALMIQUE ET AURICUL ...
M01 ANTI-INFLAMMATOIRE EN ANTIREUMATISCHE MIDDELEN 6,9 28,2 53,3 101,0 93,2 5,4 23,7 39,4 65,7 65,2 M03 SPIERRELAXANTIA 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,6 1,0 1,4 0,9 M04 JICHTMIDDELEN 0,0 0,2 2,8 12,8 17,7 0,0 1,4 15,7 39,0 34,7 M05 MIDDELEN VOOR DE BEHANDELING VAN BEENDERZIEKTEN 0,0 0,1 7,7 50,7 42,2 0,0 0,1 1,0 4,1 4,7 M09 OVERIGE MIDDELEN VOOR AANDOENINGEN VAN HET SKELETSPIERSTELSEL 0,1 0,7 1,6 1,4 0,6 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHETICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGETICA 0,2 3,3 13,3 29,7 43,2 0,1 2,9 10,8 19,1 21,8 N03 ANTI-EPILEPTICA 2,2 6,1 9,2 9,0 7,9 2,6 7,7 10,7 10,8 9,5 N04 PARKINSONMIDDELEN 0,0 0,5 1,9 12,8 26,4 0,1 0,9 2,8 15,9 26,8 N05 PSYCHOLEPTICA 0,5 5,3 13,4 15,0 24,8 1,4 8,6 13,0 11,0 15,4 N06 PSYCHOANALEPTICA 3,0 40,3 94,7 120,6 176,2 1,8 20,1 44,1 58,2 97,5 N07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 0,1 1,8 7,7 26,0 49,9 0,1 1,0 4,0 13,6 31,8 P01 ANTIPROTOZOAIRE MIDDELEN 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTHELMINTHICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK 6,3 10,0 12,5 13,7 10,2 7,3 8,0 10,8 16,1 13,0 R03 MIDDELEN VOOR OBSTRUCTIEVE AANDOENINGEN VAN DE LUCHTWEGEN 20,3 19,6 43,1 84,0 88,2 28,2 17,9 44,8 163,9 192,0 R05 HOEST- EN VERKOUDHEIDSMIDDELEN 1,6 3,8 7,7 16,0 26,6 1,6 3,0 7,5 32,4 55,4 R06 ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 10,4 14,8 20,6 25,0 35,6 12,0 9,6 11,6 17,0 26,4 R07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET ADEMHALINGSSTELSEL 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 S01 MIDDELEN VOOR OOGHEELKUNDIG GEBRUIK 3,3 3,2 10,9 50,7 86,2 3,5 3,0 10,0 44,3 80,1 S02 MIDDELEN VOOR OORHEELKUNDIG GEBRUIK 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 OOG- EN OORHEELKUNDIGE MIDDELEN 3,9 2,2 3,2 6,5 9,7 6,5 1,8 2,4 5,5 8,9 V01 ALLERGENEN 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 V03 ALLE OVERIGE THERAPEUTISCHE MIDDELEN 0,0 0,0 0,2 0,7 0,8 0,0 0,0 0,2 1,6 2,1 V04 DIAGNOSTICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 V06 ALGEMENE VOEDINGSSTOFFEN 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 V07 ALLE OVERIG ...

Ces affections sont les suivantes : tumeurs bénignes du sein, kystes des ovaires, infections du bas ventre (maladie pelvienne inflammatoire), grossesse extra-utérine et cancer de l’endomètre et des ovaires.
Het betreft goedaardige knobbeltjes in de borsten, cysten van de eierstokken, infecties in de onderbuik (ontstekingsziekte van het kleine bekken), zwangerschap buiten de baarmoeder en kanker van het baarmoederslijmvlies en van de eierstokken.

En 1982, les Centers for Disease Control (CDC) aux Etats-Unis ont proposé les critères de diagnostic suivants: un patient âgé de moins de 18 ans, avec 1) une encéphalopathie aiguë non inflammatoire (sans anomalie du liquide céphalorachidien); 2) histologie hépatique typique ou élévation des transaminases sériques ou des taux d’ammoniac (≥ 3x normale); 3) absence d’autre explication de l’affection.
Door de Centers for Disease Control (CDC) in de VS werden dan in 1982 volgende diagnostische criteria vooropgesteld: een patiënt, jonger dan 18 jaar, met 1) een acute, niet-inflammatoire encefalopathie (geen afwijkingen op cerebrospinaal vocht); 2) typische leverhistologie of gestegen serumtransaminasen of serumammonia (≥ 3x normaal); 3) geen andere uitleg voor de aandoening.