Chez les patients hypertendus traités par Enalapril EG, une hypotension symptomatique sera plus susceptible de survenir si le patient présente une hypovolémie, par exemple en cas de traitement par diurétiques, de régime hyposodé, de dialyse, de diarrhée ou de vomissements (voir 4.5 Interactions avec d’autres médicaments et autres formes d’interaction et 4.8 Effets indésirables).
Bij hypertensiepatiënten die Enalapril EG krijgen zal symptomatische hypotensie eerder optreden als er bij de patiënt sprake is van volumedepletie, bijvoorbeeld bij behandeling met diuretica, zoutarm dieet, dialyse, diarree of braken (zie 4.5 Interaties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie en 4.8 Bijwerkingen).