3. Insertion d’un drain intraventriculaire ou d’un cathéter par un neurochirurgien et maintien de l’irrigation du liquide céphalorachidien avec retrait des fluides par l’accès lombaire connecté à un système de drainage fermé.
3. Het inbrengen van een intraventriculair buisje of een catheter door een neurochirurg en behoud van de irrigatie van de cerebrospinale vloeistof met terugname van de vloeistoffen via de lumbale toegang verbonden met een gesloten drainagesysteem.