Traduction de «Clostridium botulinum groupe II » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Clostridium botulinum groupe II
Clostridium botulinum groep II

Clostridium botulinum groupe II de type B and F
Clostridium botulinum groep II type B and F

Clostridium botulinum groupe II de type E and F
Clostridium botulinum groep II type E and F

Clostridium botulinum groupe II de type B and E
Clostridium botulinum groep II type B and E

Clostridium botulinum groupe II de type F
Clostridium botulinum groep II type F

Clostridium botulinum groupe II de type E
Clostridium botulinum groep II type E

Clostridium botulinum groupe II de type B
Clostridium botulinum groep II type B

Clostridium botulinum groupe III
Clostridium botulinum groep III

Clostridium botulinum groupe III de type C
Clostridium botulinum groep III type C

Clostridium botulinum groupe III de type D
Clostridium botulinum groep III type D

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

L’espèce Clostridium botulinum est subdivisée en quatre groupes (I, II, III, IV) sur base de ses caractéristiques de virulence.
Het speciës Clostridium botulinum is op basis van de virulentiekenmerken onderverdeeld in vier groepen (I, II, III, IV).

Le groupe IV comprend Clostridium botulinum sérotype G (Dodds & Austin, 1997).
Tot groep IV behoort Clostridium botulinum serotype G (Dodds & Austin, 1997).

Il s’agit d’un groupe de sept toxines fabriquées par le Clostridium botulinum, dont les spores sont présentes dans le sol ainsi que dans l’organisme de certains animaux (y compris les poissons).
Dit is een groep van zeven toxines aangemaakt door Clostridium botulinum. De sporen van Clostridium botulinum komen zowel in de grond als in de ingewanden van dieren voor (ook bij vissen).

Le groupe III comprend Clostridium botulinum sérotype C et sérotype D. Plusieurs références scientifiques affirment que le sérotype C et le sérotype D interviennent uniquement dans le développement de botulisme chez les animaux et non dans le développement de botulisme chez les humains (CDC, 1998; Dodds & Austin, 1998; Fach et al., 1998; Shapiro et al., 1998).
Groep III bestaat uit Clostridium botulinum serotype C en serotype D. Een aantal wetenschappelijke referenties stelt dat serotype C en serotype D alleen een rol spelen in de ontwikkeling van botulisme bij dieren en niet bij de ontwikkeling van botulisme bij mensen (CDC, 1998; Dodds & Austin, 1998; Fach et al., 1998; Shapiro et al., 1998).

Les souches de C. botulinum appartenant au groupe I se retrouvent surtout dans le sol alors que les souches du groupe II sont associées principalement à un environnement aqueux.
C. botulinum stammen die behoren tot groep I komen voornamelijk voor in de bodem, terwijl stammen uit groep II voornamelijk worden geassocieerd met een waterige omgeving.

L’espèce C. botulinum est subdivisée en quatre groupes (I, II, III, IV) sur base des caractéristiques physiologiques.
Het species C. botulinum wordt ingedeeld in vier groepen (I, II, III, IV) volgens de fysiologische eigenschappen.