Traduction de «Entorse » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

entorse d'une hanche
distorsie van heup

entorse du cou
distorsie van nek/hals

entorse du coccyx
distorsie van coccyx

entorse de la partie supérieure d'un bras
verstuiking bovenarm

entorse de la colonne thoracique
distorsie van thoracale wervelkolom

entorse d’un ligament vertébral
verstuiking van spinaal ligament

entorse de la colonne lombaire
distorsie van lumbale wervelkolom

entorse d'une main
distorsie van hand

Luxations, entorses et foulures de la tête avec luxations, entorses et foulures du cou
luxaties en distorsies van hoofd met hals

Luxations, entorses et foulures du thorax avec luxations, entorses et foulures des lombes et du bassin
luxaties en distorsies van thorax met bekken en onderste deel van rug

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Une entorse est une lésion touchant un ou plusieurs ligaments d’une articulation, ceux-ci pouvant s’étirer et se rompre partiellement ou totalement.
Een verstuiking is een letsel aan een gewricht waarbij ligamenten (gewrichtsbanden) zijn uitgerekt, in- of doorgescheurd.

30 Luxations, entorses et foulures 78 287 54 0 419 47 120 22 0 189 117 348 85 0 550 242 755 161 0 1.158 31 Luxations et sub-luxations 12 48 19 0 79 13 26 7 0 46 27 101 31 0 159 52 175 57 0 284 32 Entorses et foulures 142 610 151 0 903 85 232 62 0 379 336 1.126 230 0 1.692 563 1.968 443 0 2.974 39 Autres types de luxations, d'entorses et de foulures 38 135 32 0 205 25 56 18 0 99 107 279 62 0 448 170 470 112 0 752
51 Schuddingen 6 14 6 1 27 1 3 2 0 6 10 44 4 1 59 17 61 12 2 92 52 Inwendige letsels 32 161 37 0 230 24 66 11 0 101 86 264 58 1 409 142 491 106 1 740 53 Schuddingen en inwendige letsels die in afwezigheid van

L’immobilisation de la cheville par une attelle en plâtre ou en résine n’est en fait conseillée que dans certains cas d’entorse sévère. Le Centre Fédéral d’Expertise des Soins de Santé (KCE), en collaboration avec l’UZ Gent, propose un guide de pratique clinique pour le diagnostic et le traitement de l’entorse de la cheville.
Een gips- of kunststofverband wordt best alleen overwogen bij bepaalde ernstige gevallen van verstuiking.Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelde de klinische richtlijn voor de diagnose en behandeling van enkelverstuiking op in samenwerking met UZ Gent.

Rapport KCE : Entorse de la cheville : ni radiographie ni plâtre systématiques | 21/03/2013 par ABSyM
KCE-rapport: Enkelverstuiking: niet altijd röntgenfoto's of gipsverband nodig | 21/03/2013 door BVAS

Nature de la blessure: ‣ 30 Luxations, entorses: 65.2% (N=182) ‣ 10 Plaies et blessures superficielles: 12.5% (N=35) ‣ 50 Commotions, traumatismes internes: 11.5% (N=32)
Soort letsel: ‣ 30 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen: 65.2% (N=182) ‣ 10 Wonden en oppervlakkige letsels: 12.5% (N=35) ‣ 50 Schuddingen en inwendige letsels: 11.5% (N=32)

Nature de la blessure: ‣ 20 Fractures: 27.4% (N= 49) ‣ 10 Plaies et blessures superficielles: 25.7% (N=46) ‣ 30 Luxations, entorses et foulures: 21.2% (N=38) ‣ 50 Commotions et traumatismes internes: 9.5% (N=17)
Soort letsel: ‣ 20 Botbreuken: 27.4% (N= 49) ‣ 10 Wonden en oppervlakkige letsels: 25.7% (N=46) ‣ 30 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen: 21.2% (N=38) ‣ 50 Schuddingen en inwendige letsels: 9.5% (N=17)

Le risque d’entorse de la cheville est également important lors de la réception.
Er is bovendien een aanzienlijk risico op verzwikkingen van de enkels bij het neerkomen.

Nature de la blessure: ‣ 30 Luxations, foulures, entorses: 66.3% (N=65) ‣ 10 Plaies et Blessures superficielles: 18.4% (N=18) ‣ 50 Commotions et traumatismes internes: 10.2% (N=10)
Soort letsel: ‣ 30 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen: 66.3% (N=65) ‣ 10 Wonden en oppervlakkige letsels: 18.4% (N=18) ‣ 50 Schuddingen en inwendige letsels: 10.2% (N=10)

Nature de la blessure: ‣ 30 Luxations, entorses, foulures: 34.5% (N=298) ‣ 10 Plaies et blessures superficielles: 31.2% (N=270) ‣ 20 Fractures : 15.8% (N=136)
Soort letsel: ‣ 30 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen: 34.5% (N=298) ‣ 10 Wonden en oppervlakkige letsels: 31.2% (N=270) ‣ 20 Botbreuken: 15.8% (N=136)

Nature de la blessure: ‣ 10 Plaies et blessures superficielles: 51.2% (N=331) ‣ 20 Fractures: 14.2% (N=92) ‣ 30 Luxations, entorses: 13.5% (N=87) ‣ 50 Commotions, traumatismes internes: 10.5% (N=68)
Soort letsel: ‣ 10 Wonden en oppervlakkige letsels: 51.2% (N=331) ‣ 20 Botbreuken: 14.2% (N=92) ‣ 30 Ontwrichtingen, verstuikingen en verrekkingen: 13.5% (N=87) ‣ 50 Schuddingen en inwendige letsels: 10.5% (N=68)