Vertaling van "Fracture du tibia et du péroné " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

fracture du tibia et du péroné
fractuur van tibia en fibula

Incurvation congénitale du tibia et du péroné
congenitale kromming van tibia en fibula

Ostéochondrite juvénile du tibia et du péroné
juveniele osteochondrose van tibia en fibula

fracture du tibia
fractuur van tibia

Astragale Extrémité inférieure de:péroné | tibia | Talon
astragalus | fibula, ondereinde | talus | tibia, ondereinde

Avec ou sans mention de fracture du péroné
met of zonder vermelding van fractuur van fibula

fracture du péroné
fractuur van fibula

Condyles | Extrémité proximale | Tête | Tubérosité antérieure | avec ou sans mention de fracture du péroné
tibia | caput | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | condylen | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | plateau | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | proximaal uiteinde | met of zonder vermelding van fractuur van fibula | tibia | tuberositas | met of zonder vermelding van fractuur van fibula |

fracture fermée du péroné
gesloten fractuur van fibula

Fracture du péroné seul
fractuur van uitsluitend fibula

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

455195 455206 Radiographie de la cheville, avec visualisation de l'articulation et des extrémités distales du tibia et du péroné, minimum 2 clichés N 28
455195 455206 Radiografie van de enkel met visualisatie van het gewricht en distale tibia/fibula, minimum twee clichés N 28

Il s'agit des médicaments suivants: Osigraft traitement d'une fracture du tibia non consolidée secondaire à un traumatisme Mabcampath traitement de la leucémie lymphoïde chronique Valcyte traitement de la rétinite à cytomégalovirus chez les patients atteints du sida Arixtra traitement d'événements thrombo-emboliques veineux profonds Xigris traitement du sepsis sévère Detrusitol Retard traitement de deuxième ligne de la vessie neurogène hyperactive Elidel 1 % traitement de la dermatite atopique légère à modérée Novomix traitement du diabète sucré Crestor traitement de l'hypercholestérolémie familiale et de l'hypercholestérolémie primaire.
ter behandeling van een door trauma veroorzaakte niet-geheelde fractuur van een tibia ter behandeling van chronische lymfatische leukemie ter behandeling van retinitis te wijten aan cytomegalovirus bij AIDS patiënten ter behandeling van diepe veneuze trombo-embolie ter behandeling van ernstige sepsis ter behandeling in tweede lijn van een neurogene hyperactieve blaas ter behandeling van milde tot matige atopische dermatitis ter behandeling van diabetes-mellitus-patiënten ter behandeling van familiale hypercholesterolemie en van een primaire hypercholesterolemie

ii) pour les autres animaux: os de la tête, pieds, queue, fémur, tibia, péroné,
ii) bij andere dieren: de beenderen van de kop, de poten, de staart, de beenderen femur,

production de VSM : os de la tête, pieds, queue, fémur, tibia, péroné, humérus, radius et cubitus.
separatorvlees niet worden gebruikt: de beenderen van de kop, de poten, de staart, de beenderen femur, tibia, fibula, humerus, radius en ulna.

pour les autres animaux: os de la tête, pieds, queue, fémur, tibia, péroné, humérus, radius et cubitus.
ii) bij andere dieren: de beenderen van de kop, de poten, de staart, de beenderen femur, tibia, fibula, humerus, radius en ulna.

455210 455221 Radiographie de la jambe, avec visualisation de la diaphyse du tibia, du péroné et de l'articulation distale ou proximale, minimum 2 clichés N 28
455210 455221 Radiografie van het onderbeen, met visualisatie van diafyse van tibia/fibula en distale of proximale gewricht, minimum twee clichés N 28

Stabilisation après une fracture de la tête tibiale : la tête du tibia est l'extrémité supérieure du tibia
Stabilisatie na tibiakopfractuur. De tibiakop is het bovenste uiteinde van het scheenbeen

Des fractures des os longs des extrémités inférieurs ont été rapportés chez approximativement 24 % (fémur) et 14 % (tibia) des patients traités par l’acide zolédronique contre 12 % et 5 % des patients traités par le pamidronate atteints d’ostéogenèse imparfaite sévère, sans tenir compte du type de maladie et de la causalité mais l’incidence moyenne des fractures était comparable chez les patients traités par l’acide zolédronique et chez ceux traités par le pamidronate : 43 % (32/74) contre 41 % (31/76).
Breuken van de lange beenderen in de onderste ledematen werden als bijwerking gemeld bij ongeveer 24% (femur) en 14% (tibia) van de met zoledroninezuur behandelde patiënten versus 12% en 5% van de met pamidronaat behandelde patiënten met ernstige osteogenesis imperfecta, onafhankelijk van het type van de aandoening en het oorzakelijke verband. De totale incidentie van breuken was echter vergelijkbaar voor de patiënten behandeld met zoledroninezuur of met pamidronaat: 43% (32/74) versus 41% (31/76).

Ttraitement post-opératoire et conservateur des fractures du péroné
Voor de postoperatieve en conservatieve behandeling van fibulafracturen