Traduction de «IC 95% 55 ; 219 » (Français → Néerlandais) :

L’exposition systémique au salmétérol était similaire entre l’aérosol de Seretide, l’aérosol de Seretide avec une chambre d’inhalation et Seretide Diskus (126 pg.h/ml [IC 95% : 70; 225], 103 pg.h/ml [IC 95% : 54; 200] et 110 pg.h/ml [IC 95% : 55 ; 219], respectivement).
De systemische blootstelling aan salmeterol was vergelijkbaar voor Seretide Inhalator, Seretide Inhalator met voorzetkamer en Seretide Diskus (respectievelijk 126 pg.u/ml [95% BI: 70 - 225], 103 pg.u/ml [95% BI: 54 - 200], en 110 pg.u/ml [95% BI: 55 - 219]).

Nombre de Sujets (%) 198 (84,3) 37 (15,7) Transformation à 48 mois, n/N (%) 6/198 (3,0) 5/37 (13,5) Taux de SSP à 48 mois (95% IC) 93,3% (89,6 , 97,0) 72,9% (55,1 , 90,7) Taux de SG à 48 mois (95% IC) 95.4% (92,5 , 98,3) 82,9% (70,4 , 95,4)
Aantal patiënten (%) 198 (84,3) 37 (15,7) Transformatie bij patiënten met mijlpaal 6/198 (3,0) 5/37 (13,5) na 48 maanden, n/N (%) Frequentie van PFS na 48 maanden 93,3% (89,6, 97,0) 72,9% (55,1, 90,7) (95% CI) Frequentie van OS na 48 maanden (95% CI) 95,4% (92,5, 98,3) 82,9% (70,4, 95,4)

Chez les adolescents (de 12 à 17 ans), la variation relative du VEMS en pourcentage par rapport à la valeur du groupe témoin présentait une amélioration respectivement de 3,31 % (IC à 95 %: -2,29%; 8,90%; N = 55) et de 0,42 % (IC 95 %: -5,45%; 6,29%; N = 94) après 26 semaines (p=0,245 et 0,888).
Bij adolescenten (12-17 jaar) was de relatieve verandering in het percentage van het voorspelde FEV 1 versus de controlearm verbeterd met respectievelijk 3,31% (95% betrouwbaarheidsinterval -2,29, 8,90, N=55) en 0,42% (95% betrouwbaarheidsinterval -5,45, 6,29, N=94) in 26 weken (p=0,245 en 0,888).

Dans l'analyse actualisée de la survie sans récidive, le létrozole a réduit de manière significative le risque de récidive du cancer du sein par rapport au placebo (hazard ratio 0,68 ; IC 95 % 0,55, 0,83 ; p = 0,0001).
In de herziene analyse van ziektevrije overleving verminderde letrozol het risico van borstkankerrecidief significant vergeleken met placebo (hazard ratio 0,68; 95% CI 0,55 – 0,83; p=0,0001).

p 0,002 a 0,089 a Différence 32 (9 à 55) 41 (4 à 79) (IC 95%) * Les patients recevant de l’emtricitabine, du fumarate de ténofovir disoproxil et de l’éfavirenz ont reçu du Truvada et de
p-waarde 0,021** 0,082** % verschil (95% BI) 9% (2% tot 17%) 8% (-1% tot 17%) Gemiddelde +190 +158 +312 +271 verandering in CD4-telling vanaf uitgangswaarde (cellen/mm 3 )

A la fin du traitement d’entretien, on a constaté une amélioration d’au moins 30% chez 57% et 55% des sujets traités à la rotigotine aux doses respectives de 8 mg/24 h et 12 mg/24 h et chez 34% des sujets recevant un placebo (différence : 22% et 21% respectivement, IC 95% 10%-35% et 8%-33% respectivement, p< 0,001 pour les deux groupes rotigotine).
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die rotigotine 8 mg/24 h respectievelijk 12 mg/24 h kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen 22% respectievelijk 21%, CI 95% 10%; 35% respectievelijk 8%; 33%, p< 0.001 voor beide rotigotinegroepen).

La médiane de la survie sans progression chez les patients randomisés pour recevoir Nexavar était de 167 jours comparativement à 84 jours dans le groupe placebo (HR = 0,44 ; IC 95 % : 0,35 - 0,55 ; p < 0,000001).
De mediane PFS was 167 dagen voor patiënten die gerandomiseerd waren op Nexavar vergeleken met 84 dagen voor placebopatiënten (HR = 0,44; 95 % CI: 0,35 - 0,55; p < 0,000001).

Survie sans récidive 65 (5,0) 93 (7,3) Risque relatif 0,67 IC bilatéral à 95 % 0,49 à 0,92 Valeur de p 0,014 Délai jusqu’à toute récidive 36 (2,8) 66 (5,1) Risque relatif 0,53 IC bilatéral à 95 % 0,35 à 0,79 Valeur de p 0,002 Délai jusqu’à une récidive locale ou distante 29 (2,2) 51 (4,0) Risque relatif 0,55 IC bilatéral à 95 % 0,35 à 0,87 Valeur de p 0,011 Cancer primaire du sein controlatéral 7 (0,5) 15 (1,2) Odds ratio 0,46 IC bilatéral à 95 % 0,19 à 1,13 Valeur de p 0,090 Survie globale 43 (3,3) 45 (3,5) Risque relatif 0,96 IC bilatéral à 95 % 0,63 à 1,46 Valeur de p 0,840
Ziektevrije overleving 65 (5,0) 93 (7,3) Relatief risico 0,67 2-zijdig 95% CI 0,49 tot 0,92 p-waarde 0,014 Tijd tot enig recidief 36 (2,8) 66 (5,1) Relatief risico 0,53 2-zijdig 95% CI 0,35 tot 0,79 p-waarde 0,002 Tijd tot recidief op afstand 22 (1,7) 41(3,2) Relatief risico 0,52 2-zijdig 95% CI 0,31 tot 0,88 p-waarde 0,015 Nieuwe contralaterale borst kanker 7 (0,5) 15 (1,2) Odds ratio 0,46 2-zijdig 95% CI 0,19 tot 1,13 p-waarde 0,090 Algemene overleving 43(3,3) 45 (3,5) Relatief risico 0,96 2-zijdig 95% CI 0,63 tot 1,46 p-waarde 0,840

Dans l’analyse compilée des études ECHO et THRIVE à 96 semaines, la variation moyenne par rapport à l’inclusion du taux de CD4+ a été de +228 × 10 6 cellules/l dans le groupe EDURANT et de +219 × 10 6 cellules/l dans le groupe éfavirenz [différence estimée entre les traitements (IC à 95%) : 11,3(-6,8 ; 29,4)].
# Voorspelde verschillen in responspercentages (95%-BI): voor de week-48-analyse: 1,6% (-2,2%; 5,3%) en voor de week-96-analyse: -0,4% (-4,6%; 3,8%); beide p-waarden < 0,0001 (non-inferioriteit bij een grens van 12%) op basis van het logistisch regressiemodel, inclusief stratificatiefactoren en studie.

Réponse moléculaire majeure à 24 mois Réponse (IC à 95 %) 61,7 1 (55,8 ; 67,4) 59,1 1 (53,1 ; 64,9) 37,5 (31,8 ; 43,4)
Major moleculaire respons na 24 maanden Respons (95% CI) 61,7 1 (55,8; 67,4) 59,1 1 (53,1; 64,9) 37,5 (31,8; 43,4)