Vertaling van "Inflammation du tissu adipeux sous-cutané " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

panniculite | inflammation du tissu adipeux sous-cutané
panniculitis | ontsteking van het onderhuidse vetweefsel

Affections de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané liées à une irradiation
aandoeningen van huid en subcutis verband houdend met straling

Autres affections de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané liées à une irradiation
overige aandoeningen van huid en subcutis verband houdend met straling

Autres affections précisées de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané liées à une irradiation
overige gespecificeerde aandoeningen van huid en subcutis verband houdend met straling

Infection localisée de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané
lokale infectie van huid en subcutis

Autres infections localisées précisées de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané
overige gespecificeerde lokale-infecties van huid en subcutis

Tuberculose de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané
tuberculose van huid en subcutaan weefsel

Infections de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané
infecties van huid en subcutis

Autres infections localisées de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané
overige lokale infecties van huid en subcutis

Affection de la peau et du tissu cellulaire sous-cutané liée à une irradiation
aandoening van huid en subcutis verband houdend met straling

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Les traitements par association d'antirétroviraux ont été associées, chez les patients infectés par le VIH, à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie), incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané périphérique et facial, une augmentation de la masse grasse intra-abdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervical (bosse de bison).
Antiretrovirale combinatietherapie is bij hiv-patiënten geassocieerd met herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie), inclusief verlies van perifeer en faciaal subcutaan vet, toename van intra-abdominaal en visceraal vet, borsthypertrofie en accumulatie van dorsocervicaal vet (" buffalo hump" ).

Le lipœdème est caractérisé par une prolifération du tissu adipeux sous-cutané (lipohypertrophie), une enflure au cours de la deuxième moitié de la journée et des douleurs dans les jambes.
Het lipoedeem wordt gekenmerkt door een toename van het vetweefsel in de onderhuid (lipohypertrofie), zwellingen tijdens de tweede helft van de dag en pijn in de benen.

Lipodystrophie : Les traitements par association d’antirétroviraux ont été associés, chez les patients infectés par le VIH, à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie), incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané périphérique et facial, une augmentation de la masse grasse intraabdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervicale (bosse de bison) – (voir rubrique 4.4).
ULipodystrofie:U antiretrovirale combinatietherapie wordt geassocieerd met herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie) bij HIV-patiënten, waaronder het verlies van perifeer en faciaal subcutaan vet, toegenomen intra-abdominaal en visceraal vet, borsthypertrofie en accumulatie van dorsocervicaal vet (buffelbult) (zie rubriek 4.4).

Lipodystrophie Le traitement par association d’antirétroviraux a été associé à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie) chez les patients infectés par le VIH, incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané facial et périphérique, une augmentation de la masse grasse intra-abdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervical (bosse de bison) (voir rubrique 4.4).
Lipodystrofie Antiretrovirale combinatietherapie is in verband gebracht met een herverdeling van het lichaamsvet (lipodystrofie) bij hiv-patiënten, waaronder verlies van perifeer onderhuids vet en vet in het aangezicht, toename van intra-abdominaal en visceraal vet, borsthypertrofie en dorsocervicale vetophoping (buffelnek) (zie rubriek 4.4).

Chez les patients infectés par le VIH, les traitements combinés à base d’antirétroviraux ont été associés à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie), incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané périphérique et facial, une augmentation de la masse grasse intra-abdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervical (bosse de bison).
c. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen Een gecombineerde antiretrovirale behandeling kan een redistributie van lichaamsvet (lipodystrofie) veroorzaken bij hiv-geïnfecteerde patiënten zoals verlies van perifeer en faciaal subcutaan vet, meer intra-abdominaal en visceraal vet, hypertrofie van de borsten en dorsocervicale vetophoping (buffelnek).

Les traitements par association d’antirétroviraux ont été associés, chez les patients infectés par le VIH, à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie), incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané périphérique et facial, une augmentation de la masse grasse intra-abdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervical (bosse de bison).
Antiretrovirale combinatietherapie, ging bij HIV-geïnfecteerde patiënten gepaard met een herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie), waaronder verlies van perifeer en faciaal subcutaan vet, toegenomen intra-abdominaal en visceraal vet, borsthypertrofie en accumulatie van dorsocervicaal vet (buffalo hump).

Description des effets indésirables particuliers Lipodystrophie Le traitement par une association d’antirétroviraux a été associé à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie) chez les patients infectés par le VIH, incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané facial et périphérique, une augmentation de la masse grasse intra-abdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervical (bosse de bison) (voir rubrique 4.4).
Beschrijving van enkele specifieke bijwerkingen Lipodystrofie ARCT is in verband gebracht met een herverdeling van het lichaamsvet (lipodystrofie) bij hiv-patiënten, waaronder verlies van perifeer en faciaal onderhuids vet, toename van intra-abdominaal en visceraal vet, borsthypertrofie en dorsocervicale vetophoping (buffelnek) (zie rubriek 4.4).

Lipodystrophie et anomalies métaboliques: les traitements par association d’antirétroviraux ont été associés, chez les patients infectés par le VIH, à une redistribution de la masse grasse corporelle (lipodystrophie), incluant une perte du tissu adipeux sous-cutané périphérique et facial, une augmentation de la masse grasse intra-abdominale et viscérale, une hypertrophie mammaire et une accumulation de la masse grasse au niveau rétro-cervical (bosse de bison).
Lipodystrofie en metabole afwijkingen: antiretrovirale combinatietherapie, is bij HIV-patiënten gepaard gegaan met een herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie), waaronder verlies van perifeer en faciaal subcutaan vet, toegenomen intra-abdominaal en visceraal vet, borsthypertrofie en accumulatie van dorsocervicaal vet (buffalo hump).

La Lipoatrophie Semicirculaire (L.S) est une affection qui se caractérise par une atrophie (fonte / disparition) des tissus adipeux sous-cutanés.
Lipoatrophia Semicircularis (L.S) is een aandoening die wordt gekenmerkt door een atrophie (‘wegsmelten’/verdwijnen) van het onderhuids vetweefsel.

L’hydrolyse des TG en acides gras par la LPL est un processus enzymatique nécessitant comme co-facteur l’apolipoprotéine CII. Les acides gras libérés pénètrent dans les tissus et peuvent y servir de substrats énergétiques (β-oxydation hépatique ou musculaire), y être stockés après réestérification sous forme de TG (dans le tissu adipeux surtout), ou servir de précurseurs de synthèse de constituants lipidiques membranaires ou intracellulaires (phospholipides, sphingolipides, etc) aux fonctions majeures diverses (rôle structurel, signalisation, etc.).
De hydrolyse van de TG in vetzuren door de LPL is een enzymatisch proces waarvoor apolipoproteïne CII als co-factor nodig is. De vrijgekomen vetzuren dringen in de weefsels en kunnen er als energiesubstraten dienen (hepatische of musculaire β-oxidatie), er, na herverestering, opgeslagen worden in de vorm van TG (vooral in het vetweefsel) of dienen als precursoren voor de synthese van membranale of intracellulaire vetbestanddelen (fosfolipiden, sfingolipiden, enz) met verscheidene belangrijke functies (structurele rol, signalisatie, enz.).