Comme les autres quinolones, ils doivent être utilisés avec extrême prudence chez des sujets prédisposés à la survenue de convulsions, par exemple, les sujets ayant des lésions préexistantes du système nerveux central, recevant un traitement concomitant avec du fenbufène ou un autre anti-inflammatoire non stéroïdien similaire, ou un traitement qui diminue le seuil de convulsion cérébral, tel que la théophylline (voir rubrique 4.5).
Zoals voor de andere chinolonen, is de grootste voorzichtigheid geboden bij patiënten met antecedenten van convulsies of met aanleg tot convulsies, bijvoorbeeld patiënten met voorafbestaande letsels van het centrale zenuwstelsel, patiënten die tevens worden behandeld met fenbufen of een ander gelijkaardig niet-steroïdaal antiflogisticum, of een geneesmiddel dat de epilepsiedrempel verlaagt, zoals theofylline (zie rubriek 4.5).