L'administration IV est préférable chez les patients atteints de septicémie bactérienne, de méningite bactérienne, de péritonite, d'infections graves ou mettant la vie du patient en danger, chez les patients dont la résistance est diminuée, par exemple: dans les états de malnutrition, lors de traumatisme, de chirurgie, de diabète, de décompensation cardiaque ou d'affection maligne, en présence ou menace de choc.
De IV toediening is te verkiezen bij patiënten met bacteriële septicemie, bacteriële meningitis, peritonitis, ernstige infecties of infecties die het leven van de patiënt in gevaar brengen, en bij patiënten met een verminderde afweer, bijv.: in toestanden van malnutritie, na een trauma, na chirurgie, bij diabetes, bij hartdecompensatie, bij een maligne aandoening of bij bestaande of dreigende shock.