Trois principales options thérapeutiques sont disponibles pour le traitement des pathologies nodulaires : 1) une approche conservative combinée à un suivi régulier si les tests de la fonction thyroïdienne ne montrent pas d’anomalies et s’il n’y a pas de problème de volume ou de suspicion de cancer; 2) une thyroïdectomie totale ou partielle si le volume pose un problème et/ou s'il y a suspicion de cancer et 3) de l'iode radioactif (I 131 ) à faibles doses, un traitement auquel il est surtout recouru en cas de thyrotoxicose concomitante sans problème majeur de volume ou de suspicion de cancer.
In essentie zijn er voor de behandeling van nodulaire pathologie drie opties: 1) een conservatieve benadering in combinatie met een regelmatige opvolging indien de schildklierfuncties normaal blijven en indien er geen volumeprobleem of een vermoeden van kanker is; 2) een totale of gedeeltelijke thyreoïdectomie bij een volumeprobleem en/of vermoeden van kanker, en 3) een behandeling met radioactief jodium (I 131 ) in lage doses, wat het vaakst wordt toegepast bij concomitante thyreotoxicosis zonder ernstig volumeprobleem of vermoeden van kanker.