Elles fixent le C1q, activent le complément avec une liaison du C3 et, après phagocytose, inhibent l’activation des macrophages, participant peut être à un phénomène d’immunosuppression (Sadallah et al., 2008).
De deeltjes binden aan C1q, activeren het complement met een C3-binding en verhinderen na fagocytose de activatie van macrofagen en spelen misschien een rol bij een soort van immuunsuppressie (Sadallah et al., 2008).