Peu fréquent (apparaissent chez 1 à 10 patients sur 1 000): hypotension, palpitations cardiaques, rythme cardiaque rapide, rythme cardiaque anormalement lent, pouls irrégulier, sensation d'oppression sous le sternum, vomissements, sueurs, fatigue.
Soms (treedt op bij 1 tot 10 van de 1000 patiënten): lage bloeddruk, hartkloppingen, versnelde hartslag, ongewoon trage hartslag, onregelmatige hartslag, drukgevoel onder het borstbeen, braken, zweten, vermoeidheid.