Tenant compte des bovins les plus jeunes atteints cliniquement ou non d’ESB (cas cliniques enregistrés au Royaume-Uni avant 1997 et, plus récemment, cas subcliniques enregistrés au Japon), considérant l’hypothèse la plus probable d’une infection des bovins durant leur jeune âge [21] et considérant l’hypothèse d’une neuroinvasion à la moitié de la période d’incubation, une infectiosité non négligeable pourrait être détectée chez des bovins d’environ 12 mois.
Rekening houdend met de jongste runderen die al dan niet klinische besmet zijn met BSE (geregistreerd als klinisch besmet in het Verenigd Koninkrijk in 1997 en, meer recent, geregistreerd als subklinisch besmet in Japan), overwegende de meer waarschijnlijke hypothese van een besmetting van runderen op jonge leeftijd en overwegende de hypothese van een neuro-invasie halverwege de incubatieperiode, zou een niet-verwaarloosbare besmettelijkheid kunnen vastgesteld worden bij runderen van ongeveer 12 maanden.