Se laver les mains soigneusement. Prendre un flacon de poudre (SOMAVERT) et un flacon de solvant (eau pour préparations injectables), une seringue de 3 ml avec une aiguille 21G1 détachable, une seringue à insuline standard de 1 ml, des tampons imbibés d’antiseptique ou d’alcool et un collecteur d’aiguilles usagées.
Was uw handen zorgvuldig Verzamel één injectieflacon met poeder (SOMAVERT) en één injectieflacon met oplosmiddel (water voor injecties), een 3 ml spuit met een 21 gauge 1 inch afneembare naald, een standaard 1 ml insulinespuit, antiseptische of alcoholdoekjes en een afvalcontainer voor gebruikte naalden.