Het opleggen van een administratieve geldboete werd ten dezen dan ook afdoende geschraagd door de vermelding van de vaststellingen gedaan in het proces-verbaal – dat appellant perfect weet over welke feiten het ging blijkt afdoende uit zijn verweerschrift dat hij op 4 februari 1999 aan geïntimeerde liet geworden – en door de vermelding van de toepasselijke wettelijke bepalingen, het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties die niet conform zijn met deze wettelijke bepalingen en het feit dat geen goede trouw wordt weerhouden.
Het opleggen van een administratieve geldboete werd ten dezen dan ook afdoende geschraagd door de vermelding van de vaststellingen gedaan in het proces-verbaal - dat appellant perfect weet over welke feiten het ging blijkt afdoende uit zijn verweerschrift dat hij op 4 februari 1999 aan geïntimeerde liet geworden - en door de vermelding van de toepasselijke wettelijke bepalingen, het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de prestaties die niet conform zijn met deze wettelijke bepalingen en het feit dat geen goede trouw wordt weerhouden.