Ainsi, pour un examen classique (p.ex. une scintigraphie osseuse), la dose absorbée par le fœtus est de l’ordre de 3 à 4 mGy, ce qui représente un risque de 0,5‰, environ trois fois inférieur au risque naturel de cancer infantile.
Bij een klassiek onderzoek (bv. een botscintigrafie) is de door de fœtus geabsorbeerde dosis in de orde van 3 tot 4 mGy, wat een risico van 0,5‰ vormt, ongeveer drie maal lager dan het natuurlijke kankerrisico bij kinderen.