Traduction de «acétazolamide » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Acétazolamide
acetazolamide

acétazolamide sodique
natriumacetazolamide

allergie à l'acétazolamide
allergie voor acetazolamide

intoxication par l'acétazolamide
intoxicatie door acetazolamide

myotonie sensible à l'acétazolamide
acetazolamideresponsieve myotonie

produit contenant de l'acétazolamide sous forme orale
product dat acetazolamide in orale vorm bevat

produit contenant de l'acétazolamide
product dat acetazolamide bevat

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Acétazolamide MYDRIATIQUES ET CYCLOPLÉGIQUES anticholinergiques Atropine sulfate ampoule 0,25 mg, Atropine sulfate ampoule 0,50 mg, Atropine sulfate ampoule 1 mg ANESTHESIQUES LOCAUX anesthésiques locaux Procaïne (chlorhydrate de) Lidocaïne Lidocaïne (chlorhydrate de) AUTRES PRODUITS A USAGE OPHTALMIQUE autres produits à usage ophtalmique Potassium (iodure de) Alun PREPARATIONS A USAGE AURICULAIRE ANTIINFECTIEUX antiinfectieux Burow (solution de) (= acétotartrate aluminique (solution d’)) Clioquinol Néomycine (sulfate de) Polymyxine B (sulfate de) Miconazole (nitrate de) CORTICOSTEROÏDES corticostéroïdes Hydrocortisone Hydrocortisone (acétate d’) Prednisolone Prednisolone (acétate de) Prednisolone (sodium phosphate de) Dexaméthasone Dexaméthasone (phosphate sodique de) Dexaméthasone (phosphate sodique de) AUTRES PREPARATIONS A USAGE AURICULAIRE analgésiques et anesthésiques Lidocaïne Lidocaïne (chlorhydrate de) PRÉPARATIONS À USAGE OPHTALMIQUE ET AURICULAIRE ANTIINFECTIEUX antiinfectieux Polymyxine B (sulfate de) CORTICOSTEROÏDES corticostéroïdes Dexaméthasone Dexaméthasone (phosphate sodique de) Dexaméthasone (phosphate sodique de) Prednisolone Prednisolone (acétate de) Prednisolone (sodium phosphate de) DIVERS AUTRES PREPARATIONS THERAPEUTIQUES AUTRES PREPARATIONS THERAPEUTIQUES produits pour le traitement de l'alcoolisme chronique Disulfirame antidotes Bleu de méthylène ampoule 10 mg Potassium (permanganate de) Cuivre (sulfate de) pentahydraté Potassium (iodure de) AGENTS DE DIAGNOSTIC AUTRES AGENTS DE DIAGNOSTIC
ANAESTHETICA, LOKALE anaesthetica, lokale Procaïnehydrochloride Lidocaïne Lidocaïnehydrochloride OVERIGE MIDDELEN VOOR OOGHEELKUNDIG GEBRUIIK overige middelen voor oogheelkundig gebruik Kaliumiodide Aluin MIDDELEN VOOR OORHEELKUNDIG GEBRUIK ANTIMICROBIELE MIDDELEN antimicrobiële middelen Burowoplossing (= aluminium acetotartraatoplossing) Clioquinol Neomycinesulfaat Polymyxine B sulfaat Miconazoolnitraat CORTICOSTEROIDEN corticosteroïden Hydrocortison Hydrocortisonacetaat Prednisolon Prednisolonacetaat Prednisolonnatriumfosfaat Dexamethason Dexamethasonacetaat Dexamethasonnatriumfosfaat OVERIGE MIDDELEN VOOR OORHEELKUNDIG GEBRUIK analgetica en anaesthetica Lidocaïne Lidocaïnehydrochloride OOG- EN OORHEELKUNDIGE BEREIDINGEN ANTIMICROBIELE MIDDELEN antimicrobiële middelen Polymyxine B sulfaat CORTICOSTEROIDEN corticosteroiden Dexamethason Dexamethasonacetaat Dexamethasonnatriumfosfaat Prednisolon Prednisolonacetaat Prednisolonnatriumfosfaat DIVERSE MIDDELEN ALLE OVERIGE THERAPEUTISCHE MIDDELEN ALLE OVERIGE THERAPEUTISCHE MIDDELEN middelen voor de behandeling van chronisch alcoholisme Disulfiram antidota Methyleenblauw ampul 10 mg Kaliumpermanganaat Kopersulfaat pentahydraat Kaliumiodide DIAGNOSTICA OVERIGE DIAGNOSTISCHE MIDDELEN diagnostica voor diabetes Glucose monohydraat Glucose watervrij ALGEMENE NUTRIENTEN ANDERE NUTRIENTEN

Acétazolamide Acétylsalicylique (acide) Acide trichloracétique Allopurinol Aluminium (chlorure d’) hexahydraté Alun Amylocaïne (chlorhydrate d’) Apomorphine (chlorhydrate d’) Argent (nitrate de) Argent colloïdal pour usage externe Bacitracine Baclofène Benzocaïne Benzyle (benzoate de) Bêtaméthasone (dipropionate de)
Acetazolamide Acetylsalicylzuur Allopurinol Aluin Aluminiumchloride hexahydraat Amylocaïnehydrochloride Apomorfinehydrochloride Bacitracine Baclofen Benzocaïne

L’acétazolamide (2 x 125 à 250 mg par jour, à partir de 1 à 2 jours avant l’ascension jusqu’à 48 heures après l’arrivée au sommet) est le traitement de premier choix; une diurèse accrue et des paresthésies, mais aussi des symptômes ressemblant à ceux du mal d’altitude aigu, peuvent survenir.
Acetazolamide (2 x 125 à 250 mg per dag, vanaf 1 à 2 dagen vóór stijgen tot 48 uur na aankomst op hoogte) is de eerste keuze; verhoogde diurese en paresthesieën, maar ook symptomen die lijken op acute hoogteziekte kunnen optreden.

- En cas de symptômes modérément sévères à sévères, un traitement par oxygène, acétazolamide (500 mg p.j. en 2 prises) et/ou dexaméthasone (débuter par 8 mg, ensuite 4 mg toutes les 6 heures) est à envisager; d’après certains experts, il est préférable en cas de symptômes modérément sévères à sévères d’opter pour une une association d’acétazolamide et de dexaméthasone.
- Bij matig ernstige tot ernstige symptomen komen zuurstoftherapie, acetazolamide (500 mg p.d. in 2 giften) en/of dexamethason (starten met 8 mg, nadien 4 mg om de 6 uur) in aanmerking; volgens sommige experten wordt bij matige tot ernstige symptomen best een combinatie van acetazolamide en dexamethason gegeven.

Dans l’avis de l’Institut de Médecine Tropicale, l’acétazolamide est néanmoins recommandé: l'acétazolamide (500 mg p.j. en 2 prises) est dès lors débuté de préférence dès les premiers symptômes de mal d’altitude, et poursuivi pendant 2 à 3 jours (ou moins longtemps si l’on peut descendre immédiatement à une plus faible altitude).
In het advies van het Instituut voor Tropische Geneeskunde wordt toch acetazolamide aangeraden: acetazolamide (500 mg p.d. in 2 giften) wordt dan best gestart bij de eerste symptomen van hoogteziekte en gegeven gedurende 2 à 3 dagen (of korter indien men onmiddellijk naar een lagere hoogte afdaalt).

1 S01EE S01EE01 LATANOPROST 9.992 85,6% 12.527,3 S01EE03 BIMATOPROST 1.819 86,8% 2.958,0 S01EE04 TRAVOPROST 1.498 86,4% 2.029,4 2 S01ED S01ED51 TIMOLOL, ASSOCIATIONS 7.956 85,2% 8.395,4 S01ED01 TIMOLOL 1.670 77,0% 6.289,4 S01ED05 CARTEOLOL 1.342 74,6% 3.107,9 S01ED02 BETAXOLOL 532 66,7% 1.506,8 S01ED03 LEVOBUNOLOL 161 68,3% 486,3 S01ED04 METIPRANOLOL 35 65,7% 125,5 S01ED55 CARTEOLOL, ASSOCIATIONS 27 72,8% 64,1 S01ED54 METIPRANOLOL, ASSOCIATIONS 22 70,3% 163,3 3 S01CA S01CA01 DEXAMETHASONE ET ANTI-INFECTIEUX 1.762 46,7% 2.410,7 S01CA02 PREDNISOLONE ET ANTI-INFECTIEUX 160 78,6% 155,3 S01CA07 FLUOROMETHOLONE ET ANTI-INFECTIEUX 3 59,6% 10,1 4 S01EC S01EC04 BRINZOLAMIDE 1.285 80,3% 2.135,5 S01EC03 DORZOLAMIDE 351 71,3% 388,6 S01EC01 ACETAZOLAMIDE 101 36,3% 110,6 5 S01BC S01BC01 INDOMETACINE 844 78,8% 690,2 S01BC03 DICLOFENAC 225 79,6% 483,0 S01BC09 PRANOPROFENE 179 34,0% 164,8 S01BC05 KETOROLAC 156 67,3% 243,1 6 S01BA S01BA07 FLUOROMETHOLONE 289 77,7% 283,1 S01BA04 PREDNISOLONE 211 79,6% 193,8 S01BA01 DEXAMETHASONE 152 58,5% 133,1 S01BA13 RIMEXOLONE 88 83,1% 59,6 7 S01EA S01EA05 BRIMONIDINE 592 81,2% 1.300,3 8 S01AA S01AA12 TOBRAMYCINE 393 32,7% 487,2 S01AA01 CHLORAMPHENICOL 30 24,4% 71,0 S01AA02 CHLORTETRACYCLINE 9 6,6% 41,0 S01AA30 ASSOCIATIONS DE DIFFERENTS ANTIBIOTIQUES 0 8,0% 0,1 S01AA13 ACIDE FUSIDIQUE 0 2,8% 0,1 9 J05AB J05AB01 ACICLOVIR 194 10,0% 33,2 J05AB11 VALACICLOVIR 96 50,1% 7,2 J05AB14 VALGANCICLOVIR 6 0,8% 0,1
1 S01EE S01EE01 LATANOPROST 9.992 85,6% 12.527,3 S01EE03 BIMATOPROST 1.819 86,8% 2.958,0 S01EE04 TRAVOPROST 1.498 86,4% 2.029,4 2 S01ED S01ED51 TIMOLOL, COMBINATIEPREPARATEN 7.956 85,2% 8.395,4 S01ED01 TIMOLOL 1.670 77,0% 6.289,4 S01ED05 CARTEOLOL 1.342 74,6% 3.107,9 S01ED02 BETAXOLOL 532 66,7% 1.506,8 S01ED03 LEVOBUNOLOL 161 68,3% 486,3 S01ED04 METIPRANOLOL 35 65,7% 125,5 S01ED55 CARTEOLOL, COMBINATIEPREPARATEN 27 72,8% 64,1 S01ED54 METIPRANOLOL, COMBINATIEPREPARATEN 22 70,3% 163,3 3 S01CA S01CA01 DEXAMETHASON MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 1.762 46,7% 2.410,7 S01CA02 PREDNISOLON MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 160 78,6% 155,3 S01CA07 FLUORMETHOLON MET ANTIMICROBIELE MIDDELEN 3 59,6% 10,1 4 S01EC S01EC04 BRINZOLAMIDE 1.285 80,3% 2.135,5 S01EC03 DORZOLAMIDE 351 71,3% 388,6 S01EC01 ACETAZOLAMIDE 101 36,3% 110,6 5 S01BC S01BC01 INDOMETACINE 844 78,8% 690,2 S01BC03 DICLOFENAC 225 79,6% 483,0 S01BC09 PRANOPROFEN 179 34,0% 164,8 S01BC05 KETOROLAC 156 67,3% 243,1 6 S01BA S01BA07 FLUOROMETHOLON 289 77,7% 283,1 S01BA04 PREDNISOLON 211 79,6% 193,8 S01BA01 DEXAMETHASON 152 58,5% 133,1 S01BA13 RIMEXOLON 88 83,1% 59,6 7 S01EA S01EA05 BRIMONIDINE 592 81,2% 1.300,3 8 S01AA S01AA12 TOBRAMYCINE 393 32,7% 487,2 S01AA01 CHLOORAMFENICOL 30 24,4% 71,0 S01AA02 CHLOORTETRACYCLINE 9 6,6% 41,0 S01AA30 COMBINATIEPREPARATEN MET VERSCHILLENDE ANTIBIOTICA 0 8,0% 0,1 S01AA13 FUSIDINEZUUR 0 2,8% 0,1 9 J05AB J05AB01 ACICLOVIR 194 10,0% 33,2 J05AB11 VALACICLOVIR 96 50,1% 7,2 J05AB14 VALGANCICLOVIR 6 0,8% 0,1

Les auteurs plaident en faveur d’études supplémentaires concernant la dose optimale d’acétazolamide en cas d’ascension rapide (p.ex. lors d’un vol au départ du niveau de la mer).
De auteurs pleiten voor meer onderzoek naar de optimale dosis acetazolaminde bij snel stijgen (bv. vlucht vanop zeeniveau).

D’après une méta-analyse récente, l’acétazolamide est efficace en prévention du mal d’altitude aux doses de 250 mg, 500 mg et 750 mg par jour, le Number Needed to Treat (NNT) variait de 3 à 7 [ BMJ 2012; 345: e6779 , avec un éditorial : e7077 ].
Volgens een recente meta-analyse is acetazolamide ter preventie van hoogteziekte doeltreffend aan doses van 250 mg, 500 mg en 750 mg per dag, met een Number Needed to Treat (NNT) variërend van 3 tot 7 [ BMJ 2012; 345: e6779 ; met editoriaal : e7077 ].

Il s’agit en particulier de substances qui influencent le thermorégulation et la sudation (surtout les anticholinergiques, les antispychotiques, les antihistaminiques H avec un effet anticholinergique prononcé, les sympathicomimétiques, les antidépresseurs, le topiramate, l’acétazolamide), de laxatifs osmotiques et de substances qui, en cas de déshydratation, augmentent le risque d’insuffisance rénale (p. ex. les diurétiques, les AINS, les IECA et les sartans).
Het gaat met name om stoffen die de thermoregulatie en het zweten beïnvloeden (vooral anticholinergica, antipsychotica, H1-antihistaminica met uitgesproken anticholinerg effect, sympathicomimetica, antidepressiva, topiramaat, acetazolamide), om osmotische laxativa en om stoffen die in geval van dehydratie het risico van nierinsufficiëntie verhogen (bv. diuretica, NSAID’s, ACE-inhibitoren en sartanen).

, des sympathicomimétiques, des antidépresseurs, des substances inhibant l’anhydrase carbonique tels le topiramate et l’acétazolamide) et de substances qui augmentent le risque d’insuffisance rénale en cas de déshydratation (surtout les diurétiques, les AINS, les IECA et les sartans).
In de Folia van mei 2004 werden de geneesmiddelen opgesomd die het optreden van een hitteslag kunnen helpen uitlokken of de effecten ervan verergeren. Het gaat met name om stoffen die de thermoregulatie en het zweten beïnvloeden (vooral anticholinergica, neuroleptica, bepaalde H 1 -antihistaminica, sympathicomimetica, antidepressiva, stoffen die het koolzuuranhydrase inhiberen zoals topiramaat en acetazolamide) en om stoffen die in geval van dehydratie het risico van nierinsufficiëntie verhogen (vooral diuretica, NSAID’s, ACEinhibitoren en sartanen).